
Hier ontmoeten talloze mensen met eenzelfde grote verlangen elkaar en zullen ze herkenning en hopelijk ook handvatten vinden, om om te gaan met dit grote, vaak onbegrepen verdriet.
![]() Vandaag vindt de Fertifair plaats; een evenement vol lezingen, workshops, informatie en boeken over omgaan met vruchtbaarheidsproblemen. Hier ontmoeten talloze mensen met eenzelfde grote verlangen elkaar en zullen ze herkenning en hopelijk ook handvatten vinden, om om te gaan met dit grote, vaak onbegrepen verdriet.
4 Reacties
Als ik de mensen moet geloven die hun horrorverhalen over het ouderschap over me uitstorten als ik blij en dankbaar vertel dat het goed gaat met de zwangerschap, is het hebben van kinderen één grote, doffe ellende die elk lichtje dooft.
Totdat ik vraag of ze soms spijt hebben van hun kinderen. Ik maak gaatjes in het karton, zodat ik weer es een beetje naar buiten kan kijken. Al weken voel ik me een zombie; zonder fut om te tekenen en zonder fut om uberhaupt iets anders te doen dan bankhangen. Maar langzamerhand komt er weer wat meer ruimte voor de wereld om me heen.
“Heer, geef me een teken!
Moet ik blijven bidden om een gezonde zwangerschap? We willen zo graag ouders worden, maar U weet beter dan ik wat ik aankan. Dus als U andere plannen met ons leven heeft dan het ouderschap, dan zal daar iets moois voor in de plaats komen. En het zal niet makkelijk zijn dat te aanvaarden, maar met Uw hulp zullen we er een weg in vinden en ik weet dan waar ik aan toe ben. Deze onzekerheid is gekmakend, Pappa. Laat me alstublieft íets weten. Iets waar ik me aan vast kan houden.” Ik kon het zelf ook bedenken, maar vandaag werd bevestigd dat er echt mensen zijn die nog steeds niet doorhebben waar ik mee bezig ben. Die, omdat ik er veel over deel, denken dat ik dagelijks 24 uur lang aan het brullen ben om de nog onvervulde kinderwens en aan niets anders meer kan denken, of alles doe om zelf maar veel aandacht te krijgen. Ik werd er een beetje verdrietig van en schreef dit op Facebook:
![]() Dit artikel is gepubliceerd in het Freya-magazine van mei 2013. De oorspronkelijke blog vind je hier. ______________________________ Via mijn tekeningen in het magazine van Freya weten steeds meer mensen met een (nog) onvervulde kinderwens me op Twitter te vinden. Ze volgen mij en ik volg hen terug. Of andersom. Ik lees hun verhalen. Ik lees over hun verdriet, over de heftige medische behandelingen die ze ondergaan en over alle vreselijke teleurstellingen die alleen maar groter lijken te worden. Tussen hen voel ik me een groentje. Maar zo word ik niet behandeld. Deze mensen weten wat verlangen is; hoe sterk het kan zijn. En ze kennen allemaal de kwetsende opmerkingen en loze beloften die met de beste bedoelingen worden gemaakt, dus ze laten het over het algemeen wel uit hun hoofd om de situatie van een ander te bagatelliseren. We hebben het gezellig samen. Ik voel me als een vis in het water tussen deze openhartige strijders, die op Twitter vaak hun hart luchten omdat ze daar in hun omgeving niet de ruimte voor krijgen. We digiknuffelen wat af, maar lachen net zo veel, gebruikmakend van alle opmerkingen die ons hebben gefrustreerd. Ze bedoelen het toch goed Over die opmerkingen en dooddoeners wind ik me de laatste tijd wat op. Ik kon me er een tijd best goed voor afsluiten. “Want ach, de mensen bedoelen het toch allemaal goed.” Of ik verwerkte mijn frustratie in een tekening. Maar ik zie nu wat al deze dooddoeners ook met andere mensen doen. Dat ze ervoor zorgen dat mensen hun verhaal niet meer durven te delen. Het herinnert me aan de jaren dat ik depressief was en er steeds bewuster voor koos om mijn gevoelens van wanhoop voor me te houden, omdat de opmerkingen van mensen soms meer pijn deden dan de depressie zelf. Want goedbedoeld of niet, feit is dat hun woorden bijzonder kwetsend waren. Dat mijn pijn niet begrepen werd, gaf op zich niet zo. Dat mensen deden alsof dat wel het geval was, èn oordeelden voordat ze geluisterd hadden, wel. Taboe
Ik weet niet of er echt een taboe heerst, of dat het vooral gaat om een gigantische onbeholpenheid in het omgaan met andermans ellende. Maar overal waar ik zie dat iemand voorzichtig iets durft te delen van z'n verdriet, duiken er altijd mensen bovenop om hem of haar het zwijgen op te leggen. “Praat er maar niet over.” “Jullie hebben elkaar tenminste nog.” “Kijk naar de positieve dingen in het leven en tel je zegeningen.” “Mijn buurman had dit; dat is nog veel erger.” "Niet zo klagen." “Ga gewoon leuke dingen doen.” “Dan neem je toch een hond?” “Wees niet zoveel met jezelf bezig.” Er wordt gecommandeerd dat we dingen moeten loslaten, terwijl de dingen òns niet loslaten. Er worden partners beloofd aan mensen die worstelen met eenzaamheid. Er worden baby's beloofd aan mensen die tobben met ongewenste kinderloosheid, terwijl geen mens die beloften kan waarmaken. Ook wij wachten nog steeds op de baby's die ons eind 2011, halverwege 2012, eind 2012 en ook in 2013 door mensen zijn beloofd. Werkelijk alles wordt uit de kast getrokken om maar iets te kunnen zeggen. Om maar niet te worden geconfronteerd met machteloosheid. Want als er een stilte valt, voelen we ons naakt en onbeholpen. Toch? En als er dan uiteindelijk, na jarenlang onvruchtbaar zijn, (als) door een wonder toch een baby komt, roepen we met z'n allen: “Zie je wel! Ik zei het toch!” Maar wat dan wel? We slikken wat af. En als we dan een keertje aangeven dat een opmerking als kwetsend wordt ervaren, of als we als kinderloze zestigers terugkomen op die baby die een vriendin dertig jaar geleden beloofde, worden de rollen omgedraaid en is de 'dader' ineens slachtoffer. Want "het is voor ons zo moeilijk om op de situatie te reageren." En ja, dat is het ook. Het ìs vaak verdraaid lastig om iets bemoedigends te zeggen in moeilijke situaties van een ander. Hoe vaak raken mijn eigen gedachten in een spagaat als ik gehaast zoek naar een gepaste reactie, en hoe vaak sla ik zelf de plank niet volledig mis? Wat blijft er over als je zoveel níet moet zeggen? Misschien is dat juist de clou. Druk niet meteen je handen op de mond van de ander. Druk ze op je eigen mond en leer luisteren. Pianist Alfred Brendel zei: 'the word listen contains the same letters as the word silent.' Dus: leer zwijgen. En verder? Als je graag meer wilt doen dan luisteren, lees dan eens dit lijstje met tips dat ik met behulp van mijn lieve Twittervriendjes heb samengesteld. De dingen die hierin worden genoemd, hebben zij en ik als hartverwarmend en troostend ervaren.
Toen ik in 2011 besloot om open te zijn over wat Erik en ik hadden meegemaakt, had ik een hoop tenenkrommende reacties verwacht. En vaak kwamen die ook. Maar wat ben ik vaak ook opgebouwd door alle mensen die zomaar spontaan lieten weten dat ze aan ons dachten. Die niet meteen met adviezen of oordelen klaarstonden, maar zwegen in hun begrip en meeleefden. Ik hou van mijn vriendinnen, die niet met een grote boog om me heen lopen en me buitensluiten, maar me juist laten knuffelen met hun kinderen, alsof ze willen zeggen: 'ik weet niet wat ik moet doen of zeggen, maar ik wil je laten weten dat ik je niet vergeet. Je hoort er nog steeds bij.' In eerste instantie deelde ik ons verdriet om het onderwerp bespreekbaar te maken. Maar ik vond zelf ook gehoor, en juist het warme bad van erkenning heeft vaak de scherpe randjes van de pijn verzacht. Soms is stil durven zijn zo veelzeggender dan een woordenvloed. En de lieve schatten op Facebook en in mijn familie en vriendenkring lieten me zien dat er ìn dat zwijgen zoveel verzachtende en bemoedigende woorden te vinden zijn. Het geeft echt niet als je niet op alles een antwoord weet. Als je er maar bent. Met luisteroren. Elja ![]() Lief dagboek, waarom willen mensen kinderen? Waarom wil ìk kinderen? Om eerlijk te zijn zie ik huizenhoog op tegen het moederschap. Want ik kan er niet omheen: ik heb veel tijd voor mezelf nodig. Ik heb veel behoefte aan rust. Ik ben graag in mijn eigen wereld. En dan komt er zo'n kleintje. *Poef!* Weg tijd. Weg rust. Weg eigen wereld. Weg overheerlijke uitslaap- en bankhangdagen. De wereld draait plotsklaps helemaal om dat prachtige ieniemieniekleintje met z'n vreselijke spuitluiers, de gebroken nachten en de tepelkloven. Oh, en al die enge babyziektes. Bij elk pukkeltje begeeft mijn hart het bijna van overbezorgdheid. Maar dan heb ik dat mooie kleintje aan mijn borst. Met zijn handje streelt hij mijn wang. Ik smelt. Oooh, en die kleine schattige teentjes.. Ik zou ze bijna opeten; zó lief. Ik snuif dat heerlijke babygeurtje op en wou dat ik het altijd vast kon blijven houden. Ons kindje; ons van God gekregen wonder. Maar dan gaat dat kleine kroelbabytje lopen en trekt het alles van tafel. De heeeeeele dag door. Ik kom ogen en oren en handen tekort en vind geen moment meer om ervoor te zorgen dat ik fatsoenlijk voor de dag kom. Ik bijt mijn lip kapot, want voor de zoveelste keer wordt mijn geduld op de proef gesteld, en ik voel een woede opkomen die ik niet op mijn kind wil afreageren. Hup, naar de winkels dan. Maar na twee winkels zet miniatuur-Schop het op een krijsen. 'Duurt te lang mam, 'k wil lopen!' kermt het in oorverdovende peutertaal. En terwijl ik door heel winkelend Zwijndrecht en omgeving word aangekeken, reken ik met het schaamrood op de kaken die zestig pakken billendoekjes af. "We doen het toch samen?" zegt Erik. Ik hoop en bid dat hij gelijk krijgt. Maar feit blijft dat hij vijf dagen in de week op kantoor zit en ik hier thuis, met mijn energiebeperking, een marathon moet rennen. Geen tijd voor griep. Geen rust voor leuke dingen. 's Avonds ben ik al na de eerste minuut van de film in slaap gevallen. Ha. School. Tijd voor mij. Eindelijk. Ik schrik van wat ik in de spiegel zie en besluit er weer eens wat aan te doen. Oja, vierendertig wassen liggen er nog. En baby twee is onderweg. Shit shit shit, er is nog niks geregeld. Wat kan een mens veel aan, als je het zo bekijkt. Schopje (m) leert rekenen en schrijven en komt thuis met de mooiste knutsels. Maar hij wordt gepest. Mijn moederhart breekt. Wat kan ik doen? Hoe stop ik dit? Ik zie hoe mijn kind gebroken wordt en voel me zo vreselijk machteloos. Ik wil schreeuwen en krijsen en met stoelen slaan. Als het maar stopt! Wat moet het afschuwelijk zijn om je kind te zien lijden. Schopje (v) krijgt haar eerste vriendje. O nee! Wie is het en wat moet hij van mijn dochter? Heeft ze genoeg seksuele voorlichting gehad? Is ze sterk genoeg om haar grenzen aan te geven? O wéé als het zo'n eikel is als een van mijn eigen exvriendjes! Ik timmer hem in elkaar als hij haar ook maar met één vinger aanraakt! Mijn kleine meisje wordt groot.. Veel te snel! Stop! Blijf bij me! Ik wil haar vasthouden. Ze duwt me weg. Loslaten.. Ziekte, pijn, verdriet, zorgen, woede en machteloosheid. Mijn eigen falen en de keiharde consequenties daarvan. Alles zesvoudig. Een kind moet zijn als een eigen hart dat buiten je lijf klopt. Mijn God, waarom wil ik dit? Mijn zorg om of ik dit allemaal wel kan is soms minstens zo groot als mijn kinderwens. Wegen alle geweldige dingen van het moederschap op tegen al die zorgen? Ik weet het niet. Die ervaring heb ik nog niet. Maar ik wil het. Het is in mijn hart gelegd. Het hoort bij een mens om dit te verlangen. De wereld is hard en soms zo vreselijk lelijk. Maar ik heb het zelf uiteindelijk ook gered. En ik sta nu toch blij in het leven? Dan is er ook hoop voor mijn kinderen. Ze hoeven het niet alleen te doen. Ik wil vruchtdragen. Ik wil dat kleine mensje koesteren. Ik wil het liefde geven en dingen leren. En ik hou mijn hart ervoor vast, maar ik wil bereid zijn de pijnlijke reflecties van al mijn eigen onvolkomenheden te erkennen om zèlf nieuwe dingen te leren. Ik wil ons kind zien schateren en genieten op manieren die ik zelf verleerd ben. Ik wil Erik in het klein zien, of mezelf, of een combinatie van die twee. Ik wil ons kindje zien opgroeien met de geweldigste vader op de wereld. Ik wil met Erik een nieuw klein aanbiddertje op de wereld zetten. Een kind dat God blij maakt en blij gemaakt wordt door God. Want zo was het toch ooit bedoeld? Ja, we hebben een verlangen, en dat verlangen mag er zijn. En ja, ik maak me zorgen. Maar ik weet dat het het waard zal zijn. Want als ik vroeg of iemand spijt had, zei geen enkele moeder 'ja'. Geen zorgen. Even een plaatje waar ik zin in had. Geen heftige huilbuien enzo; gewoon de situatie van elke maand. Want alle adviezen ten spijt, 'de situatie' houdt ons nog steeds bezig. Natuurlijk doet-ie dat :-) Dus als je last hebt van mijn berichtendiarree die 'steeds over hetzelfde' lijkt te gaan, zoek dan gewoon even uit hoe je minder van mijn Facebookupdates in je tijdlijn te zien krijgt.
En neem dit voorbeeld mee in je gedachten: Lukt 't jou wel eens om een dag niet aan eten te denken? Terwijl je minimaal drie keer per dag de koelkast opentrekt? Je altijd andere mensen ziet eten? Er overal McDonalds-posters hangen, je zelfs bij de kassa van Kruidvat chocoladerepen vindt en je niet eten màg, terwijl je buik erom schreeuwt? ;-) Mij niet. En het lukt ons net zo min om niet aan onze kinderwens te denken. Sterker nog: de hoop lijkt elke maand meer te flippen, zoals het plaatje hierboven een beetje laat zien. Iemand gaf me eens een groot compliment. Hij zei: "Jij bent iemand die zelf de slingers weet op te hangen in je leven." Dat probeer ik wel, ja. Ook uit lelijke dingen valt vaak iets bruikbaars te halen. Dus ook voor veel lelijke dingen kan ik uiteindelijk heel dankbaar zijn. Daar komt-ie weer: geloven Erik en ik dat het goedkomt? Ja. We geloven God op Zijn woord. Is er rust? Ja. Zijn we blij? Genieten we van andere dingen? Ja. Maar er niet aan denken?.. Ik geloof niet dat dat kan als je elke maand geconfronteerd wordt met een flinke opruiming door je lijf, omdat het nestje leeg bleef. Als je toch elke keer die paar vruchtbare dagen in de gaten moet houden en elke dag een pilletje foliumzuur moet nemen uit een knalroze potje waarop staat: 'VOOR VROUWEN DIE ZWANGER WILLEN WORDEN'. En dus verlang ik ook niet van mezelf dat ik er niet aan denk. 't Is gewoon een onderdeel van ons leven en dat mag het zijn. We kunnen er nou eenmaal niet zoveel aan veranderen. Wel slingers ophangen. Er tekeningen over maken enzo. Vind ik leuk. Geniet ik van. Blijf ik dus ook lekker doen. En elke maand opnieuw hoop ik gewoon dat het de beloofde feestmaand zal zijn. Omdat we zo gruwelijk veel zin hebben in dat feestje. :-) Toet toeoeoet! #polonaise ![]() De naam Elja komt niet zo heel vaak voor en ik denk dat de meeste mensen geen twee Elja's kennen. Als er dan toch ineens twee Elja's zijn, die àllebei illustraties maken voor het magazine van Freya en àllebei in dezelfde lotgenootjesgroep op Twitter rondhangen, dan raken mensen kennelijk in de war. :D Vandaag kwam het nieuwe magazine uit. Met tekeningen van de twee verschillende Elja's. En een verhelderende toelichting :D Ps. Door de naam ontmoetten we elkaar op Twitter. Elja werkte al als vormgever voor Freya en heeft me in contact gebracht met de redactie. Mijn plekje bij Freya heb ik aan haar te danken. :-) |
EljauteurIk maak weinig mee en daar schrijf, praat, twitter, facebook en teken ik veel over. Categorieën
Alles
Eljarchief
Mei 2020
|