waarom willen mensen kinderen?
Waarom wil ìk kinderen?
Om eerlijk te zijn zie ik huizenhoog op tegen het moederschap. Want ik kan er niet omheen: ik heb veel tijd voor mezelf nodig. Ik heb veel behoefte aan rust. Ik ben graag in mijn eigen wereld.
En dan komt er zo'n kleintje. *Poef!* Weg tijd. Weg rust. Weg eigen wereld. Weg overheerlijke uitslaap- en bankhangdagen. De wereld draait plotsklaps helemaal om dat prachtige ieniemieniekleintje met z'n vreselijke spuitluiers, de gebroken nachten en de tepelkloven. Oh, en al die enge babyziektes. Bij elk pukkeltje begeeft mijn hart het bijna van overbezorgdheid.
Maar dan heb ik dat mooie kleintje aan mijn borst. Met zijn handje streelt hij mijn wang. Ik smelt. Oooh, en die kleine schattige teentjes.. Ik zou ze bijna opeten; zó lief. Ik snuif dat heerlijke babygeurtje op en wou dat ik het altijd vast kon blijven houden. Ons kindje; ons van God gekregen wonder.
Maar dan gaat dat kleine kroelbabytje lopen en trekt het alles van tafel. De heeeeeele dag door. Ik kom ogen en oren en handen tekort en vind geen moment meer om ervoor te zorgen dat ik fatsoenlijk voor de dag kom. Ik bijt mijn lip kapot, want voor de zoveelste keer wordt mijn geduld op de proef gesteld, en ik voel een woede opkomen die ik niet op mijn kind wil afreageren.
Hup, naar de winkels dan. Maar na twee winkels zet miniatuur-Schop het op een krijsen. 'Duurt te lang mam, 'k wil lopen!' kermt het in oorverdovende peutertaal. En terwijl ik door heel winkelend Zwijndrecht en omgeving word aangekeken, reken ik met het schaamrood op de kaken die zestig pakken billendoekjes af.
"We doen het toch samen?" zegt Erik. Ik hoop en bid dat hij gelijk krijgt. Maar feit blijft dat hij vijf dagen in de week op kantoor zit en ik hier thuis, met mijn energiebeperking, een marathon moet rennen. Geen tijd voor griep. Geen rust voor leuke dingen. 's Avonds ben ik al na de eerste minuut van de film in slaap gevallen.
Ha. School. Tijd voor mij. Eindelijk. Ik schrik van wat ik in de spiegel zie en besluit er weer eens wat aan te doen. Oja, vierendertig wassen liggen er nog. En baby twee is onderweg. Shit shit shit, er is nog niks geregeld. Wat kan een mens veel aan, als je het zo bekijkt.
Schopje (m) leert rekenen en schrijven en komt thuis met de mooiste knutsels.
Maar hij wordt gepest. Mijn moederhart breekt. Wat kan ik doen? Hoe stop ik dit? Ik zie hoe mijn kind gebroken wordt en voel me zo vreselijk machteloos. Ik wil schreeuwen en krijsen en met stoelen slaan. Als het maar stopt!
Wat moet het afschuwelijk zijn om je kind te zien lijden.
Schopje (v) krijgt haar eerste vriendje. O nee! Wie is het en wat moet hij van mijn dochter? Heeft ze genoeg seksuele voorlichting gehad? Is ze sterk genoeg om haar grenzen aan te geven? O wéé als het zo'n eikel is als een van mijn eigen exvriendjes! Ik timmer hem in elkaar als hij haar ook maar met één vinger aanraakt! Mijn kleine meisje wordt groot.. Veel te snel! Stop! Blijf bij me! Ik wil haar vasthouden. Ze duwt me weg.
Loslaten..
Ziekte, pijn, verdriet, zorgen, woede en machteloosheid. Mijn eigen falen en de keiharde consequenties daarvan. Alles zesvoudig. Een kind moet zijn als een eigen hart dat buiten je lijf klopt.
Mijn God, waarom wil ik dit?
Mijn zorg om of ik dit allemaal wel kan is soms minstens zo groot als mijn kinderwens.
Wegen alle geweldige dingen van het moederschap op tegen al die zorgen?
Ik weet het niet. Die ervaring heb ik nog niet.
Maar ik wil het. Het is in mijn hart gelegd. Het hoort bij een mens om dit te verlangen.
De wereld is hard en soms zo vreselijk lelijk.
Maar ik heb het zelf uiteindelijk ook gered.
En ik sta nu toch blij in het leven?
Dan is er ook hoop voor mijn kinderen. Ze hoeven het niet alleen te doen.
Ik wil vruchtdragen.
Ik wil dat kleine mensje koesteren.
Ik wil het liefde geven en dingen leren.
En ik hou mijn hart ervoor vast, maar ik wil bereid zijn de pijnlijke reflecties van al mijn eigen onvolkomenheden te erkennen om zèlf nieuwe dingen te leren.
Ik wil ons kind zien schateren en genieten op manieren die ik zelf verleerd ben.
Ik wil Erik in het klein zien, of mezelf, of een combinatie van die twee.
Ik wil ons kindje zien opgroeien met de geweldigste vader op de wereld.
Ik wil met Erik een nieuw klein aanbiddertje op de wereld zetten.
Een kind dat God blij maakt en blij gemaakt wordt door God.
Want zo was het toch ooit bedoeld?
Ja, we hebben een verlangen, en dat verlangen mag er zijn.
En ja, ik maak me zorgen. Maar ik weet dat het het waard zal zijn.
Want als ik vroeg of iemand spijt had, zei geen enkele moeder 'ja'.