“Ik gok dat ik 30 'fans' krijg. Voornamelijk familie en goede vrienden.”
Ik twijfel om verschillende redenen en stel het uit.
In het doosje van mijn dromen zit een potlood met een gummetje achterop. Ik doe het niet zo goed op school. Ik ben onzeker, presteer in veel vakken onder de maat en kan me moeilijk concentreren. Maar tekenen doe ik het liefst de hele dag. Daarin blink ik uit.
Als één van de weinigen van de klas weet ik al vanaf het prille begin wat ik wil worden als ik groot ben. En ben ik jaren later de enige die niets geworden is.
Het depressietijdperk is voorbij; de zon schijnt. Maar al jaren raak ik nauwelijks een potlood aan. Ik teken soms nog in de kerk; het helpt me om me te concentreren op de preek, maar het zijn altijd dezelfde doodles. Als ik bedenk dat ik kinderboekenillustratrice had willen worden, zucht ik. Er is geen inspiratie meer en ik ben nooit tevreden. Wat ik teken moet perfect zijn en dat is het nooit. Ik weet niet eens een signatuur te bedenken.
“Je moet er méér mee doen!”, hoor ik nog regelmatig van wie nog weet dat ik graag tekende. Niemand ziet hoeveel moeite het me kost om met twee druppels water de grasmat groen te houden. Gras gedijt niet op kurkdroge woestijngrond. Het hoofdstuk tekenen beschouw ik als gesloten. Helaas pindakaas.
“Als je als kind een specifieke droom hebt voor later, zegt die droom vaak iets over de plannen die God met je heeft", vertelt iemand me. "Dromen zijn vaak door God in je hart gelegd."
Het kriebelt. Als dat zo is..
Hij is een goede God die véél wil geven; zo heb ik Hem de afgelopen jaren leren kennen.
God bleek zo anders te zijn dan ik mijn leven lang heb gedacht.
“Pappa, lieve Pappa”, begin ik.
“U weet van de dromen die ik als kind had; van alles waar nu niets meer van over is. U weet hoe graag ik tekende en hoe graag ik dat wilde blijven doen.
Maar het lukt me niet meer; het sijpelde weg langs mijn vingers en ik ben niet bij machte om het terug te halen. Heer, als het tekenen een cadeau van U is geweest; als U wilt dat het tot bloei komt, blaas er dan nieuw leven in. Ik kan het niet. Maak het vruchtbaar, zoals U zoveel andere dingen vruchtbaar maakte.”
Leven ontglipt me, letterlijk. Ik huil uit bij God. Hij heeft het niet tegengehouden, maar ik weet dat Hij ons kindje niet heeft weggenomen. Ik ben niet boos op Hem; ik geloof dat God óók verdriet heeft om het verdriet op aarde. Veel meer nog dan wij. We voelen ons gedragen, maar natuurlijk treft het ons diep.
Verdrietig struin ik door een winkel. Een zwangere vrouw stapt binnen. Ze begint loeihard te tetteren tegen haar vriendin; over het kindje in haar buik; over de dingen die nog geregeld moeten worden en over de rompertjes die ze staat uit te zoeken. Mijn hart krimpt ineen. Kennelijk meent ze dat ze er bij het winkelcentrum 2 kilometer verderop ook van moeten weten.
De vrouw weet van geen ophouden. Ik wil tegen haar schreeuwen en een speelgoedautootje naar haar hoofd gooien. En de stapel emmers die ernaast staat. En alles wat verder nog in de buurt ligt. Maar het is míjn verdriet, waar zij niets aan kan doen. Weet zij veel.
Thuis krabbel ik er een plaatje over. Voorzichtig deel ik het op Facebook. Ik verwacht afkeurende reacties van mensen die vinden dat je zoiets niet moet vertellen. Of dat ik me aanstel. Maar ook dit is het leven. Waarom zou over zoiets intens verdrietigs niet gesproken mogen worden?
De reacties verrassen me positief.
God duwt een grote, loodzware deur open en ik voel me een bruistablet in een glas water; bomvol inspiratie. Op 27 maart 2013 durf ik het aan om een eljart-pagina op Facebook te maken. Het is dan Goede Vrijdag en het eerste plaatje dat ik deel is een tekening van een meisje dat niets anders kan dan 'dank U' fluisteren bij het kruis waar Jezus Zijn leven gaf aan ons. 'Dank U' om de duizend dingen die moeilijk waren, maar door Hem omgekeerd zijn tot iets moois. 'Dank U' om het herstel dat Hij op zoveel gebieden gaf. 'Dank U' om de beloften die Hij nog zou en zal gaan waarmaken.
Efraïm betekent 'dubbel vruchtbaar'. “Want”, zei zijn vader Jozef in de Bijbel, “God heeft mij vruchtbaar gemaakt in het land van mijn ellende”. Niet voor niets kreeg ook onze zoon die naam.
Efraïms tweede naam, Kemuel, betekent 'opgericht en hersteld door God'.
Het is de Jozef die ook de dromenkoning wordt genoemd, bedenk ik pas later. Ook hij zag zijn kinderdromen in duigen vallen, tot hij ze aan God gaf. Alles kwam tot bloei.
Een jaar
Het is opnieuw Goede Vrijdag en mijn Facebookpagina bestaat ruim een jaar! Om aantallen is het me nooit te doen geweest en ik heb bewust nooit geleurd om 'likes', maar dat de teller desondanks de 2000 is gepasseerd vind ik daarom extra leuk. Ik vind het een wonder dat ik weer teken, èn dat ik er eindelijk ook zelf van geniet.
Ik bid voor wie nog lijkt te ploeteren op woestijngrond; wie rouwt om onvervulde dromen en verlangens. Maar ook vier ik de vruchtbaarheid die God gaf in de situaties die voor mij hopeloos en verloren leken. Er komt nog méér, als de tijd rijp is; daar ben ik zeker van, en ik zie uit naar wat het zal zijn. Hoera!