Moet ik blijven bidden om een gezonde zwangerschap?
We willen zo graag ouders worden, maar U weet beter dan ik wat ik aankan.
Dus als U andere plannen met ons leven heeft dan het ouderschap, dan zal daar iets moois voor in de plaats komen. En het zal niet makkelijk zijn dat te aanvaarden, maar met Uw hulp zullen we er een weg in vinden en ik weet dan waar ik aan toe ben. Deze onzekerheid is gekmakend, Pappa. Laat me alstublieft íets weten. Iets waar ik me aan vast kan houden.”
En Hij gaf dat teken; inmiddels bijna een jaar geleden.
Ik belde Erik op en vertelde jubelend dat hij op een dag vader zou worden.
“Weet ik”, zei hij.
Gods Vaderhart
Geloof ik dat het Gods wil is dat zwangerschappen mislukken of helemaal niet tot stand komen? Dat er ziekte en pijn is?
Nee. Hij had een schepping zonder ziekte, dood en gebrokenheid bedacht. Zo heeft Hij die ook aan ons toevertrouwd. Ik ben ervan overtuigd dat Hij harder huilt om de gebrokenheid dan wij.
Toch is Hij bij ons op aarde gebleven. Hij is nooit weggegaan. Wat zouden wij hebben gedaan? De aarde als een prop papier vernietigd hebben? Zijn woede om de immense puinhoop hier is nooit omgeslagen in bitterheid. Hij helpt de mensen die Zijn hulp vragen en zelfs de mensen die dat niet doen, en onderwijl ziet Hij, samen met de schepping, reikhalzend uit naar de dag dat Hij alles zal gaan herstellen.
Muurtjes en herrie
Als wij moeite hebben om Hem te ervaren, geloof ik dat dat te maken heeft met onze eigen gebrokenheid en ons wantrouwen. Met de 'herrie' en onrust in ons leven. Niet met Hem. Wat heeft Hij in mijn leven een lange tijd immens verweg geleken; als een afstandelijke, ongeduldige, verre God. Eigenlijk zoals ik mensen zag. Ik dook schuw in een hoekje bij elk gevoel van falen. Ik verstopte me voor Hem, zoals Adam en Eva deden. Want Hij zou wel boos zijn en me veroordelen.
Maar wat is Hij anders dan dat! Ik wist wie Hij was, maar kende Zijn hart totaal niet.
Wat voel ik Hem nu heerlijk dichtbij, sinds veel van mijn hartepijn door Hem is genezen.
Ik begon uit te spreken dat ik het moeilijk vond om Hem te vertrouwen en heb gevraagd of Hij het me stapje voor stapje wilde leren. In kleine dingetjes daagde ik Hem uit Zijn trouw te tonen, en Hij deed het. In grotere dingen leerde ik Hem vertrouwen.
Ruimte
Het herstelproces ging niet vanzelf en God kauwde niet alles voor. Daar zou ik niets van hebben geleerd. Ik heb hard moeten knokken; veel nieuwe stappen in onzekerheid moeten zetten. Steeds mijn trots moeten neerleggen; toegeven dat ík moest veranderen als ik me anders wilde voelen, in plaats van vingerwijzend zitten wachten tot de wereld zou veranderen. Het waren mijn meest kwetsbare momenten; de meest moeilijke momenten van het proces ook, maar Hij heeft mijn vertrouwen nóóit beschaamd. Hij was er altijd met mildheid en wees me nieuwe pijnpunten aan, waar we samen en met hulp van andere mensen aan verder werkten.
Hoe meer ruimte ik in mijn hart ervaarde door het opruimen en verwerken van oude pijn en boosheid, hoe meer ruimte er kwam voor Hèm en voor Zijn liefde. En.. hoe beter ik nieuwe pijn aankon.
Wat is Hij mooi, en goed, en lief, en wijs! En eindeloos geduldig met me! Wat een leven vind ik bij Hem, en wat een vreugde!
Dit leven met Hem maakt de worstelingen draaglijk. Ik heb me leren overgeven aan Hem; ik heb afhankelijk leren zijn. Ik jank bij Hem, ik schreeuw bij Hem, ik dans met Hem, ik juich voor Hem. Ik lach met Hem! En ik heb nergens zoveel veiligheid gevonden als in Zijn armen. Er is rust in mijn hart; het zoekt niet meer; het is niet meer opgejaagd. Ik heb een veilige haven gevonden. Een thuis.
'Wie of wat kan werkelijk gelukkig maken als je zo vreselijk levensmoe bent?' kermde ik jaren geleden als jong meisje naast een hoopje uitgebraakte pillen.
Ik wist sinds die vreselijke tijd dat een vervulde kinderwens, of welk ander vervulde aardse verlangen ook, mij geen volmaakte vreugde zou kunnen geven. Toen ik mijn hart aan Jezus gaf, ervoer ik dat Hij dat alleen kon doen.
Want al heb je alle rijkdom van de wereld, de liefste mensen om je heen; als je hart ziek is van verdriet; als het hol klinkt van elk gemis uit je jeugd en de wil om te leven ontbreekt, doet alles pijn. Dan heeft de wereld je niets te bieden, omdat niets daaruit de pijn kan wegnemen of het gat kan vullen.
Daarom lukte het om ook in de afgelopen twee jaar rustig te blijven. Om niet te verzuipen in de tranen, die er ook ècht wel mochten en mogen zijn, en die vaak rijkelijk hebben gevloeid. Als een onrustig kwispelende hond die elke beweging van zijn baasje volgt, verlangend naar zijn signaal, ben ik Hem nooit meer uit het oog verloren. Omdat Hij me met duizenden koorden van liefde aan Zijn hart heeft verbonden en alles is waar ik wil zijn.
Zekerheid
Jezus bleek mijn antwoord. Op alles.
Op de vraag van wie ik al de prachtige dingen in dit leven heb gekregen.
Op wat nodig was om mijn wonden te genezen en de stormen in mijn hart te kalmeren.
Op de vraag wie het altijd maar schreeuwende kind vanbinnen kon voeden en troosten.
Op wat me nu nog een gevoel van razende machteloosheid bezorgt. Later zal ik het begrijpen.
Op de vraag wat ik hier doe, en waar ik naartoe ga als ik sterf.
Op de vraag hoe er uit zoveel moeilijke dingen, toch zulke mooie dingen kunnen ontstaan.
Zelden heb ik me meer op mijn plek gevoeld dan de afgelopen tijd, waarin ik een stem mocht zijn voor mensen die worstelen met het verdriet om miskramen of een onvervulde kinderwens.
Trouwens, hoe beter ik Hem leer kennen, hoe minder waarom-vragen ik heb. Vaak zonder het direct uit te kunnen leggen, begrijp ik meer. Of worden mijn vragen gewoon minder belangrijk voor me.
Het is geen 'hopen dat het zo is' meer. Mijn geloof in Hem is een zeker weten, omdat ik Hem ervaar in elke vezel van mijn lichaam en in elk hoekje van mijn ziel. Mijn hele leven hangt aaneen van Zijn wonderen. Hoe kan ik nog om Hem heen?!
Dus wat een ander níet ervaart, kan die zekerheid echt niet meer wegnemen. Ik zie Hem. Ik voel Hem. Hij is het liefste en mooiste dat ik in dit leven heb gevonden en ik kan me geen dag meer indenken zonder Hem. Hij bestaat. Hij leeft. En ik leef dankzij Hem.
Sinds de dag waarop ik die duidelijke belofte kreeg, 25 augustus 2012, hebben Erik ons geen moment meer afgevraagd òf er een baby zou komen. Al zouden er nog twintig miskramen volgen, wij zullen op een dag pappa en mamma zijn en een prachtig, spartelend kindje in onze armen houden.
Want als God iets belooft, dan maakt Hij dat waar. Dat heb ik de afgelopen jaren herhaaldelijk ondervonden. Hij is trouwer dan de trouwste mens die ik ken, en elke keer wonderlijker in Zijn wegen dan ik van tevoren kon bedenken.
We weten niet hoe ons beloofde kindje ter wereld zal komen, of hoe het in de toekomst zal gaan. En dat hoeft ook niet. We bidden dat het vooral Levensvreugde zal kennen. Want voor ons zal dit hoe dan ook het mooiste en liefste kindje op aarde zijn, dat ons op zijn of haar eigen, unieke manier prachtige nieuwe, waardevolle lessen over het Leven zal gaan leren. En dat zijn hele leven van ons te horen zal krijgen hoe gewenst het was en is; door ons en bovenal door de God die leven ís.