
Maar toen adopteerden vrienden Zoë. Zoë is een chihuahuapup met het formaat van een klein katje, de oren en het staartje van een biggetje en het blafje van een.. ja, wat eigenlijk? Onze vrienden gingen op vakantie en ik riep spontaan dat ik wel wilde oppassen, want ik was toch veel thuis en de drollen van een chihuahuapup kon ik nog wel aan. Inmiddels heeft het miniatuurhondje in korte tijd twee keer een paar dagen bij ons gelogeerd en hebben Erik en ik ervaren dat er meer leven in zit dan we dachten. Zoë stuitert, Zoë slaapt, Zoë racet rondjes in de tuin, Zoë sleept superschattig roze bloemen mee naar binnen en verscheurt ze daar bruut in duizend stukjes, net als papierprop nummer 1, 2 en 3. Maar bovenal houdt Zoë heeeel erg van gezelligheid, springt ze onbehouwen en totaal onverwacht in je gezicht om je vol liefde en enthousiasme af te likken, kwispelt haar staartje bijna van haar kontje af en kan ze niet kiezen op welke schoot ze wil zitten als Erik eindelijk weer thuis is na een lange dag werken. Hoewel we zelf eerder voor een wat grotere hond zouden kiezen, eentje waaraan je geen fietsvlaggetje hoeft te monteren, die je om kunt duwen zonder dat-ie breekt en die je niet veilig hoeft op te bergen als je gaat stofzuigen, moet ook Erik toegeven dat een chihuahua toch wel leuker is dan hij had gedacht. En nu moet ze maar gauw weer naar huis, ons kleine vriendinnetje, voordat we gaan twijfelen en snotteren omdat we zelfs haar plasluchtje missen. Dit blogje is mijn ode aan haar; dat kleine, snoezige knuffelhondje dat mijn tekenpotloden voorzag van duizend bijtgaatjes en daarbij een stukje van mijn hart het hof maakte. Want hoe hard je je ook verzet, op zo'n schetig beestje kun je uiteindelijk inderdaad alleen maar met aaaaaaaaaaaach reageren.