Leeuwen op de weg
En nog steeds voelt het een beetje eng. Misschien word ik daarom wel zo boos van mensen die me met een dreigend vingertje waarschuwen voor wat er volgens hen nog allemaal komen gaat. Ik heb al genoeg aan mijn eigen leeuwen en beren.
'Wacht maar..'
Ik wil het eigenlijk gewoon niet meer horen. Niet op die manier.
Want 'goedbedoeld' betekent niet automatisch: positief, bemoedigend en opbouwend.
Dat figuurlijke vingertje zendt de boodschap: 'ik vermoed dat dit voor jóu wel erg hoog gegrepen zal zijn',
waardoor ik me afvraag: denk je echt zo min over mij?
Natuurlijk mag iemand me best vertellen wat hij of zij moeilijk vindt aan het leven of aan het grootbrengen van kinderen. Ik hou van eerlijkheid en kwetsbaarheid! En wil in gesprekken zelf ook graag transparant zijn. Maar wat bij een ander moeizaam verloopt, hoeft bij mij niet automatisch óók moeizaam te verlopen. Het lukt me eindelijk, na zoveel jaren worstelen, om met volle teugen te genieten van vandaag, en kleine beetjes positief te dromen over later. Dat bescherm ik graag. Dat hoeft een ander niet te verstikken.
Straks is niet nu
Best vreemd eigenlijk. Mensen drukken je als verse ouder op het hart dat je móet genieten van deze babytijd omdat het allemaal zo snel gaat. Keer op keer. Maar als je dat doet, als je de uren tot de laatste druppel wil opslurpen in het volle besef dat je ze niet kan vasthouden en er ooit misschien met weemoed aan terug zal denken, willen ze je toch ook wel erg graag in de toekomst duwen. Zijn ze zelf zo druk met waarschuwen voor een verre tijd dat je het gevoel krijgt dat ze niet eens hebben geluisterd naar wat je vertelde over vandaag.
Joehoe! Ik geniet van vandaag. Ik neem de tijd voor vandaag, zoals je zei. Want inderdaad: het gaat allemaal al zo snel. Maar jij? Lukt het jou ook om stil te staan bij vandaag? Of is dat juist waarom je mij wilt waarschuwen?
'Wacht maar,
nu kan het nog,
maar straks.. En dan.. En later..'
Geloof je in mij?
Lieve wachtmaarmensen, ik leef en beleef nú.
En net zo min als ik, weet jij wat mij te wachten staat.
Dat geeft niet. Later komt later wel weer. Er is een lang, moeizaam proces nodig geweest om zo te kunnen en durven denken, maar je ziet het: ik leef nog. Ik kon het aan. Dus wil je asjeblieft een beetje vertrouwen hebben in mij, in mijn toekomst? Ik hobbel al langer dan vandaag mee in dit leven. Ik weet dat het niet allemaal over rozen gaat. De littekens van alle stekels staan nog in mijn armen. Maar ik leef. Net als jij. En als jij het aankan, kan ik het ook.
En daarom heb ik een pot van zolder gehaald.
In deze pot gaan mijn toekomstdromen. Ik heb genoeg van God gezien om erop te durven vertrouwen dat Hij mijn dromen beschermt, hoe klein ze ook zijn. Op briefjes ga ik schrijven wat ik zou willen als alles kon, te beginnen met het tekenen, ook al is het nog lang niet de tijd om die wensen te realiseren en heb ik nu nog geen flauw idee hóe. Hij weet het wel en bij Hem kan al het onmogelijke zomaar ineens mogelijk worden. Ik heb er zin in! Genietend van het nú heb ik zin in later. In de mooie dingen die beloofd zijn.
Wauw. Dat ik dat durf te zeggen. Dat ik durf te dromen. Dat had ik nooit durven dromen. Jippie!