Nog een paar weekjes. Dan zie ik jou. Dan kunnen we je in onze armen houden en leren we je kennen. Ik heb er zin in; ik zie naar je uit. Ik ben zo benieuwd naar wie je bent.
Maar het wordt tijd dat je komt, hè schatje? Je maakt je al klaar. Wat ben je je druk naar beneden aan het wurmen. We worstelen om de ruimte. Je voetjes duwen onder mijn ribben en ik weet soms niet meer hoe ik moet zitten of liggen met die zware buik, zonder een wild protest van je te krijgen.
Ik zie naar je uit, liefje. Ik fantaseer over de eerste momentjes dat je buiten bent; als een gekreukeld, nat, kwetsbaar hoopje mens, totaal afhankelijk van anderen, op mijn blote huid ligt; zoekend naar mijn borst. Ik fantaseer over jou en je pappa, die zó gemaakt lijkt voor het vaderschap en al zo lang op je wacht. Ik hoop en bid dat je een veilige start zal hebben, zonder complicaties of gesjouw aan je lijfje waar je niets van begrijpt. Want kindje, ik gun je alle geborgenheid van de wereld.
Maar ik zie naar je uit, liefje.
Ik wil je zo graag ontmoeten. Huid op huid.
Ik wil je overladen met kusjes.
Ik wil uren naar je kijken.
Ik wil weten wie je bent en voor je zorgen.
Jij bent het deel van mijn hart dat straks buiten mijn lijf zal verder kloppen.
Vreselijk eng.
Onbeschrijfelijk mooi.
Dingen die ik graag anders zou zien bij mezelf.
Ik hoop dat mijn eigen wondere gedachtenwereld me niet teveel gevangen zal houden om jouw wereld te blijven zien.
Het spijt me voor elk moment dat ik met boosheid en ongeduld op je zal reageren, waar jij juist troost en liefde nodig hebt.
Het spijt me waar ik je verkeerd zal begrijpen of je behoeftes niet scherp zal zien.
Waar ik onvoldoende in jou zal geloven en je kracht onderschat.
Het spijt me, echt, het spijt me zo, waar ik onbedoeld mijn nog onopgemerkte beschadigingen op jouw jonge schoudertjes zal laden.
Ik bid dat ik de kracht zal vinden om je steeds opnieuw los te laten in vertrouwen.
Dat ik scherp zal blijven zien dat liefde veel vaker betekent dat ik de ander ruimte bied om te falen en op eigen kracht en manieren dingen te leren, dan dat ik elke teleurstelling probeer te voorkomen met het neerzetten van verstikkende hekjes van eigen ideeën.
Ik bid dat ik niet in de eerste plaats een vriendin voor je zal zijn, maar juist een moeder, die, ook als dat strijd of commentaar oplevert, grenzen durft te stellen en nee durft te zeggen. Gezonde grenzen zullen jou veiligheid bieden, ook al zul je dat vaak pas veel later zien.
Ik bid dat mijn 'ja' vaak genoeg zal klinken om jou te laten ontdekken wat je allemaal in je mars hebt en je op te laten groeien tot een vreugdevolle volwassene die gezond in het leven staat, werkelijk wetend wie hij of zij is.
En ik bid dat ik, ook als je in je leven een diepe, donkere tunnel tegenkomt, nooit zal vergeten dat er hoop is, en wat voor moois juist de diepte me heeft geleerd. Ik bid dat ik je op de zwaarste momenten in alle rust en vertrouwen kan overgeven aan de God die altijd trouw bleef, wetend dat Hij jullie wegen op de juiste tijd en op Zijn unieke, perfect passende manier, zal laten kruisen.
Ik beloof je, mijn kleine mensje, dat ik voor je zal vechten en alles zal doen wat in mijn macht ligt om al het mooie in jou zichtbaar te laten worden. Dat ik je elke dag zal opdragen aan de God die mij nieuw leven gaf en ook jouw bron van vreugde wil zijn. Bij Hem ben je veilig, kleintje. Bij Hem zal jij je rust vinden. Hij kent je als geen ander omdat Hij je heeft bedacht en gemaakt.
Ik weet niet hoe je straks ter wereld zal komen. Of je een puntgaaf poppetje zal zijn dat door iedereen prachtig gevonden wordt, of dat er iets bijzonders met je zal zijn waarmee mensen zich niet zo goed raad weten.
Maar voor ons zul jij het mooiste kindje op de wereld zijn; het liefste wat we hebben; het beste van onszelf, en óók jíj zal waardevolle lessen over het leven leren. Zelf, maar misschien meer nog aan ons en anderen, op je eigen, unieke manier.
Jij mag bestaan, lief mensje.
We wachten op jou.
Kus,
mamma.