Maar toen adopteerden vrienden Zoë. Zoë is een chihuahuapup met het formaat van een klein katje, de oren en het staartje van een biggetje en het blafje van een.. ja, wat eigenlijk? Onze vrienden gingen op vakantie en ik riep spontaan dat ik wel wilde oppassen, want ik was toch veel thuis en de drollen van een chihuahuapup kon ik nog wel aan. Inmiddels heeft het miniatuurhondje in korte tijd twee keer een paar dagen bij ons gelogeerd en hebben Erik en ik ervaren dat er meer leven in zit dan we dachten. Zoë stuitert, Zoë slaapt, Zoë racet rondjes in de tuin, Zoë sleept superschattig roze bloemen mee naar binnen en verscheurt ze daar bruut in duizend stukjes, net als papierprop nummer 1, 2 en 3. Maar bovenal houdt Zoë heeeel erg van gezelligheid, springt ze onbehouwen en totaal onverwacht in je gezicht om je vol liefde en enthousiasme af te likken, kwispelt haar staartje bijna van haar kontje af en kan ze niet kiezen op welke schoot ze wil zitten als Erik eindelijk weer thuis is na een lange dag werken. Hoewel we zelf eerder voor een wat grotere hond zouden kiezen, eentje waaraan je geen fietsvlaggetje hoeft te monteren, die je om kunt duwen zonder dat-ie breekt en die je niet veilig hoeft op te bergen als je gaat stofzuigen, moet ook Erik toegeven dat een chihuahua toch wel leuker is dan hij had gedacht. En nu moet ze maar gauw weer naar huis, ons kleine vriendinnetje, voordat we gaan twijfelen en snotteren omdat we zelfs haar plasluchtje missen. Dit blogje is mijn ode aan haar; dat kleine, snoezige knuffelhondje dat mijn tekenpotloden voorzag van duizend bijtgaatjes en daarbij een stukje van mijn hart het hof maakte. Want hoe hard je je ook verzet, op zo'n schetig beestje kun je uiteindelijk inderdaad alleen maar met aaaaaaaaaaaach reageren.
Thuis hadden we allerlei soorten kleine huisdieren. We brachten verstoten eendjes groot, zochten naar rookworsten die de fret had weggesleept, vonden elke ochtend opnieuw in hetzelfde hoekje van de kamer een ontsnapte wandelende tak en begrepen nooit hoe dat kon, we begroeven een kreeftje dat omkwam na het verorberen van een stukje gehakt en we hadden een bejaarde, grijs geworden goudvis die, net toen we hadden geaccepteerd dat hij onsterfelijk was, werd opgevreten door een reiger. Er waren cavia's, konijnen, muizen, ratten en gerbils. Ooit vergaten we het hamsterhok op de kast te zetten toen de fret weer eens was ontsnapt, waarna mijn dappere moeder de resten van het slachtoffer tussen de tralies uitpulkte en er gewoon weer een nieuwe hamster werd aangeschaft. Parkieten in allerlei kleuren hebben jarenlang een oorverdovend kabaal geproduceerd, tezamen met de talloze blokfluitleerlingen die mijn moeder in de huiskwamer ontving, en in de laatste jaren dat ik thuis woonde veroverde een drietal zijdehoenders mijn hart. Ik ben gek op dieren. Maar honden of katten hebben we nooit gehad en met het oog op onze kinderwens èn de pijn die het verlies van zo'n bijzonder, meevoelend dier met zich meebrengt, was ik ook niet van plan om daar op korte termijn verandering in te brengen.
Maar toen adopteerden vrienden Zoë. Zoë is een chihuahuapup met het formaat van een klein katje, de oren en het staartje van een biggetje en het blafje van een.. ja, wat eigenlijk? Onze vrienden gingen op vakantie en ik riep spontaan dat ik wel wilde oppassen, want ik was toch veel thuis en de drollen van een chihuahuapup kon ik nog wel aan. Inmiddels heeft het miniatuurhondje in korte tijd twee keer een paar dagen bij ons gelogeerd en hebben Erik en ik ervaren dat er meer leven in zit dan we dachten. Zoë stuitert, Zoë slaapt, Zoë racet rondjes in de tuin, Zoë sleept superschattig roze bloemen mee naar binnen en verscheurt ze daar bruut in duizend stukjes, net als papierprop nummer 1, 2 en 3. Maar bovenal houdt Zoë heeeel erg van gezelligheid, springt ze onbehouwen en totaal onverwacht in je gezicht om je vol liefde en enthousiasme af te likken, kwispelt haar staartje bijna van haar kontje af en kan ze niet kiezen op welke schoot ze wil zitten als Erik eindelijk weer thuis is na een lange dag werken. Hoewel we zelf eerder voor een wat grotere hond zouden kiezen, eentje waaraan je geen fietsvlaggetje hoeft te monteren, die je om kunt duwen zonder dat-ie breekt en die je niet veilig hoeft op te bergen als je gaat stofzuigen, moet ook Erik toegeven dat een chihuahua toch wel leuker is dan hij had gedacht. En nu moet ze maar gauw weer naar huis, ons kleine vriendinnetje, voordat we gaan twijfelen en snotteren omdat we zelfs haar plasluchtje missen. Dit blogje is mijn ode aan haar; dat kleine, snoezige knuffelhondje dat mijn tekenpotloden voorzag van duizend bijtgaatjes en daarbij een stukje van mijn hart het hof maakte. Want hoe hard je je ook verzet, op zo'n schetig beestje kun je uiteindelijk inderdaad alleen maar met aaaaaaaaaaaach reageren.
0 Reacties
Uw commentaar zal worden geplaatst nadat het is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
EljauteurIk maak weinig mee en daar schrijf, praat, twitter, facebook en teken ik veel over. Categorieën
Alles
Eljarchief
Mei 2020
|