Het is wat ik het meeste hoor als reactie op de zorgen rondom de kinderwens.
“Want toen vrienden van mij het loslieten, lukte het ineens meteen.”
Hoever gingen die vrienden, voordat ze op dat punt kwamen? Hoe lang worstelden ze al? Hoeveel teleurstellingen hadden ze al te verduren gehad, voordat ze het konden loslaten?
En wás het loslaten? Of was het noodgedwongen opgeven? Was het omdat de hoop doofde, omdat al hun kansen verkeken leken en alles al was geprobeerd?
Hadden ze in feite niet gewoon hun hoofd en pootjes laten hangen, gebroken en beurs geslagen door verdriet?
Hoop is sterk. Haast onverwoestbaar. Je moet diep gaan en lang op een lijdensweg zitten, wil het doven.
Daarbij is 'loslaten' geen toverformule om zwanger te worden. Net zo min als 'vaker schieten', '10 minuten blijven liggen na het vrijen' of 'meer eieren eten'.
Want laten we eerlijk zijn; vrijen en zwanger worden is geen rocket science, getuige de ontelbare ongeplande zwangerschappen die elke dag ontstaan. Dus bespaar vrouwen (en hun mannen) het vernederende aanbod om even langs te komen met jouw bewezen superzaad. Wie zegt trouwens dat 'het probleem' altijd bij de man ligt?
“De meest gehoorde (en gehate) adviezen naar aanleiding van mijn ongewenste kinderloosheid zijn: 'je moet er niet zo mee bezig zijn' en 'loslaten' ”, Twitterden meerdere mensen me vandaag.
En ook mijn haren gaan recht overeind staan van dat eeuwig terugkerende loslaatadvies.
Want loslaten is niet: drukken op een knopje en dan niet meer aan je wens denken.
Als je gelooft dat het zo werkt, begrijp je niet hoe sterk hoop kan zijn.
Als je gelooft dat 'er niet mee bezig zijn' te forceren valt, dan denk ik dat je de ervaringen in je eigen leven vergeten bent.
Hoop vlamt op bij het minste of geringste en valt maar moeilijk te temmen.
Ja, ik geloof in een loslaten.
Maar op een andere manier.
Ik geloof in een loslaten waarbij de droom mag blijven bestaan. Want een verlangen dat zo groot is, moffel je niet weg onder een vloerkleed. Als je pal voor een reusachtige berg staat, dan kun je daar niet om- of overheen kijken. Hij vult je zicht.
Dus kunnen we alsjeblieft stoppen met doen alsof het de schuld is van al die ongewenst kinderloze stellen dat ze die berg nog steeds zien? En dat die berg beladen is met babykleertjes, speentjes, wiegjes, eerste stapjes, ma-ma-klanken en zelfs volle luiers? Verpletter andermans dromen niet. Het krijgen van kinderen is de gezonde droom van bijna elke man en vrouw. Het is de droom van een kind dat liefkozend al haar poppen en knuffels de fles geeft en vertelt dat ze later moeder wil worden van wel twintig kinderen. Het verlangen om ouder te worden is al voor de schepping in onze harten gelegd en dat schakel je niet zomaar uit. Onvervuld blijft het, met een 'beetje' pech, de rest van een leven een heel pijnlijke plek, steeds opengeschaafd door nieuwe confrontaties. Want vrienden worden wél ouders. En grootouders. En overgrootouders.
“Kinderen zijn ook niet alles, hoor.”
Dat zal best. Maar heb je spijt dat je eraan begonnen bent? Gun mensen hun dromen. Jij hebt ze ongetwijfeld ook gehad.
Stop met eisen dat die berg vernietigd wordt. Stop met relativeren; bagatelliseren. Laat weten dat je aan je vrienden denkt. Dat je meeleeft. Maar laat hun verdriet naast hun onvervulde droom bestaan en huil gewoon es een potje mee.
Loslaten is voor mij: mijn machteloosheid, wensen en tranen steeds leggen in de handen van mijn God, wetend dat Hij erboven staat. Nee, dat is niet altijd makkelijk. Maar Hij is de God die mij vreugde gaf na pikdonkere, eenzame, lange jaren. Bij Hem vond ik veiligheid en aanvaarding; onvoorwaardelijke, vullende liefde. Jezus is de bron die mijn dorst lest. Hij laat me uitrazen. Hij legt me niet het zwijgen op. Als ik boos ben, mag ik slaan op Zijn sterke borst. Hij kan het aan; Hij weet dat het soms nodig is. Met Hem deel ik al mijn dromen en verdriet en Hij luistert eindeloos. Door Hem voel ik me gedragen en getroost en kan ik er steeds weer even tegenaan.
Het geeft me rust dat Hij ons een mooie belofte gaf. Natuurlijk was het allemaal een stuk zwaarder geweest als er niet zo'n duidelijk antwoord was gekomen op mijn vraag om bevestiging. Want hoe goedbedoeld ook, mensen kunnen je niet beloven dat het 'wel goedkomt', en onzekerheid is zoiets moeilijks.
Toch had ik zelfs bij een stilzwijgen geweten dat Zijn plannen voor ons wonderlijk mooi zouden zijn, met of zonder baby. Ik ken mijn God. Ik weet dat Hij geweldig is. En als het plannen zonder baby zouden zijn, dan zou Hij niet meteen roepen dat we weer op moesten staan, maar bij ons op de grond gaan zitten, ons in Zijn armen trekken en alle ruimte, tijd en hulp geven om te rouwen en dat grote verdriet een plek te geven.
Sinds ik mijn hart aan Jezus heb gegeven en me in Zijn armen heb geworpen, is mijn leven zo onherkenbaar veel veranderd en mijn hart zo onbeschrijflijk diep tot rust gebracht.
En hoe beter ik Hem leer kennen, hoe minder vaak ik me afvraag waarom bepaalde dingen wel of niet gebeuren. Ik begrijp nog steeds niet alles, maar ik weet gewoon dat Hij te vertrouwen is.
En nee, God vertelt me niet wat de toekomst zal brengen of welk verdriet er nog komt. Gelukkig maar. Maar Hij zal dichtbij me blijven. God zal mij nooit loslaten. Dat geeft me rust. En daar vind ik vrede in, door alle tranen heen.
Zolang ik de weg maar samen met Hem, hand in hand, mag bewandelen, heb ik bij me wat ik mijn leven lang heb gezocht. En ooit..
"..zal Ik alle tranen van jullie ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn; geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn. Want wat er eerst was, is voorbij. Alles maak Ik nieuw!"
- De Bijbel.