Nee, angst is er niet. Misschien een stuk nuchterheid, die ik ten tijde van de eerste zwangerschap nog niet had.
Als een heremietkreeftje onder zijn veroverde schelp, tik ik vanonder mijn onzichtbare kartonnen doos langzaam de website van de kraamzorg van mijn voorkeur in. Ik ben er bekend met de aanvraagprocedure.
Na een succesvolle aanmelding verschijnt het bericht dat er een informatiepakket opgestuurd zal worden.
Dat brengt me terug naar een oud moment.
Zijn pijn
Het was al lang van tevoren gepland en ik wilde het persé door laten gaan: mijn hoogzwangere zus en ik hadden mijn moeder een weekendje Friesland cadeau gedaan. We gingen met z'n drietjes.
Ons dode kindje droeg ik nog bij me. De week ervoor hadden we bij de eerste echo gezien dat het mis was en de week erna zou ik waarschijnlijk gecuretteerd worden. Ik hield me flink; wilde het weekend niet laten verpesten door mijn verdriet. Daar zou later wel weer ruimte voor zijn.
Maar terwijl Erik alleen thuis was, viel met een doffe klap het informatiepakket van de kraamzorg op de mat. “Dat was het moment waarop ik brak”, vertelde Erik via de telefoon.
In gedachten zag ik hem gebroken staan huilen onder de douche, terwijl Delirious door de badkamer schalde.
Onderste laatjes
Als ik aan dat moment denk, lopen de tranen weer over mijn wangen.
En dat mag. Ik laat het toe.
Het is de eerste keer dat ik dit moment herbeleef, en dus ook de eerste keer dat ik de kans krijg om het te verwerken.
Grote delen van het verdriet zijn al verwerkt. Góed verwerkt. Er is vrede en rust en ik voel al tijden geen scherpe randen meer. Dat geldt voor het meeste verdriet waarmee ik mijn leven lang heb geworsteld.
Zo werkt rouw. In verschillende fasen en verschillende lagen. Niet ik bepaal wanneer het klaar is, door er een tijd of een procedure aan te willen verbinden. Diepe wonden herstellen niet door ze met een hoop kleding te bedekken alsof ze er niet meer zijn. Ze zullen júist gaan etteren.
Het is aan mij, aan ons, om, samen met hoofddokter Jezus, de wonden de juiste verzorging te bieden, en het zijn de wónden die laten zien wanneer het beter gaat.
Nieuw leven
De tranen zijn gedroogd en buiten begint de zon te schijnen. Er groeit een immens wonder in mijn buik, en ik aai mijn kleine schat. Ik voel me dankbaar en gelukkig als Erik hele verhalen kletst tegen het kind dat nog maar half zo klein is als zijn handpalm.
Toch is de verdrietige periode die hieraan voorafging ook heel goed, kostbaar en leerzaam geweest.
Ik hoop dat ik nooit zal vergeten hoe intens die was. Dat ik nooit zal vergeten wat een impact het verliezen van een ongeboren kindje heeft, of het wachten op een wonder. Want er zijn teveel mensen die dit moeten dragen zonder begrepen te worden. Het blijft een verdriet dat te groot is om stilzwijgend weg te stoppen, omdat het van de wereld niet zo groot mag zijn als het is. En toch gebeurt dat mijns inziens veel teveel, met jarenlang onaangeraakte, verse pijn als gevolg.
Zonnestralen
God heeft het geluk van mensen voor ogen, en niet hun ongeluk. Lang heb ik me afgevraagd hoe dat kon samengaan met alle ellende die ik om me heen en in mijn eigen leven zag.
Maar eerder had ik het dreigende wolkendek vol spanning nog nooit een gezonde ontlading gegund, en daarmee had ik de lucht nog nooit zien opklaren.
Inmiddels ken ik de frisse geur van gras en natte aarde na een fikse regenbui, en ik ken de schoonheid van de eerste vrolijke zonnestralen na een veel te lange periode van drukkende duisternis.
Nu begrijp ik het. En op mijn blote voeten dans ik in de plassen.